Oorlog is een terugkerend thema in mijn leven, dus ook in mijn schrijven. Dat kan gaan om nietszeggende persoonlijke mini-oorlogjes waar op het scherpst van de snede wordt gediscussieerd en geruzied, al dan niet in de vorm van een polemiek, soms een eenzijdige collisie richting een publiek figuur die zich misdadig gedraagt, foeteren op social media of juist beschouwend in de vorm van een persoonlijk historisch verhaal. Mijn voorlaatste stuk was een terugblik op mijn tijd in Israel en de Palestijnse gebieden. En onderaan deze brainfart kun je een fragment lezen uit mijn eerste boek Villa Gladiola, over een lang vergeten oorlog. Omdat er nadien zovele nieuwe oorlogen volgden.
We zijn ruim drie weken verder, na de brute aanval van Hamas op Israëlische burgers, de grootste pogrom sinds de holocaust en de reactie daarop van Israel om de terroristen van Hamas uit te gaan roken. Weken van deprimerend en moedeloos meewarig hoofdschuddend “het nieuws” volgen, met ongeloof de bizarre takes van de talloze Johan Derksen-types aanhoren die nog net niet over de grachten paraderend ‘from the river to the sea, Palestine will be free!’ scanderen en de verschrikkelijke beelden van platgebombardeerde flats in Gaza en de onschuldige slachtoffers die daarbij vallen aanschouwen.
De vaste lezer weet dat ik regelmatig put uit de epistels van Bart Nijman, dus ook nu weer, vanwege de spijkerkopraak-zovoelikhetook-herkenbaarheid:
Essays, debatten en gesprekken (…) hebben wel een enigszins kalmerende werking op een gemoed dat nu al wekenlang piekt en daalt tussen sombere, bijna verlammende moedeloosheid en obstinate neigingen tot escapisme.
Mijn escapisme uit zich vooral in het massaal ontvolgen van al te enthousiaste Hamas-fanboys en -girls, openlijke anti-semieten en schlemielen die de betekenis van genocide en apartheid niet kennen (of bewust misbruiken, als een soort lange arm der Hamas-propagandisten), het verschil niet zien tussen pro-Palestina of anti-Israel - nu.nl presteerde het om vanmorgen Russische moslims die op jodenjacht waren pro-Palestina demonstranten te noemen [edit: “pro-Palestina demonstranten” is inmiddels gewijzigd in anti-Israëlische relschoppers”] en om dat soort subjectieve, desinformatie verspreidende media zoveel mogelijk te negeren.
En verder laaf ik me gewoon maar even aan die verlammende moedeloosheid. Slik ik woorden in, ga ik discussies uit de weg, negeer ik de vaak stuitende domheid en het gebrek aan historisch besef, context en ook maar enig inzicht in het hele conflict en laat ik de eenzijdige benadering (Hamas lief, Israel stout!) van velen maar gewoon links liggen.
Niet eerder zag je zoveel haat, hypocrisie en onverholen Israel-/Joden-/jodenhaat als de afgelopen drie weken. Onbeschaamd. Tot en met journalisten aan toe die zelfs hun persoonlijke profielen volkwakken met direct overgenomen informatie van Hamas-vertegenwoordigers, schimmige Instagram-accounts en genocide predikende haatbaarden.
Und sofort, und so wieder. Zum kotsen, alsook, die 4 en 5 mei herdenkingen waren de laatste jaren al tenenkrommend, die zijn nu echt volledig overbodig: het is preken voor de kat z'n kut, met dat ge-"nooit meer" en "opdat wij niet vergeten" en dan met een uitgestreken muil op dat plein in Amsterdam gaan staan, of thuis vanaf de bank je quasi-verheven nie-wieder-moraliteit vieren.
Nie wieder is nu. Europese steden die volstromen onder het mom van pro-Palestina demonstraties, maar die vooral heel erg anti-Israel zijn én daadwerkelijk een genocide nastreven: namelijk die van de staat Israel. De dood van een jood is bij de scorebordhelden en Arafatsjaaltjes van ondergeschikt belang in vergelijking met een gedode Palestijn.
TIP! Voor een ieder die uit volle borst from the river to the sea, Palestine will be free! mee-scandeert en derhalve mede aan de basis staat van de opmaat naar een nieuwe holocaust, raad ik ten zeerste aan om Les commandos de la mort op Netflix te kijken. Dan zie je in een historische context wat er toen gebeurde, waar Hamas en trawanten voor staan en waar die ogenschijnlijk poëtische demonstratieleus werkelijk voor staat. (NSFW-warning: niet voor gevoelige magen)
En voor de duidelijkheid, de disclaimer die je er bij stukjes over dit explosieve kruitvat altijd bij hoort te zetten: voor de gewone burgers in Gaza is het de hel op aarde te moeten leven onder het dictatoriale terroristenregime van Hamas én de oorlog die er nu gaande is terwijl ze geen kant op kunnen en ik vind elk onschuldig gedood mens verschrikkelijk. Want guess what: je kunt het leed aan beide kanten erg vinden.
Maar! Er is een maar. En daarvoor citeer ik Bart nog eens. (gemak dient de mens, nietwaar)
Iedereen zag na een mislukte raketlancering vanuit Gaza (die op een ziekenhuisparking enige tragiek veroorzaakte) hoe Hamas en Al-Jazeera sneller en beter vertrouwd worden dan het IDF en Israëlische bronnen, toen alle media ongecheckt schreeuwden dat Israël 500 doden had veroorzaakt bij het ‘bewust bombarderen van een ziekenhuis’. Het is beklemmend om te zien hoe licht de maskers vallen bij de NPO, NOS, NRC, Volkskrant, voormalige verzetskrant Parool en al die andere gelijkgeschakelde en gelijkdenkende maar zichzelf ‘objectief’ wanende systeempers, waaruit een walm van - ik kan het echt niet anders noemen - antisemitisme opstijgt deze dagen en weken, die ze proberen te verhullen met een weeïg, goedkoop parfum van razendsnel vervliegende onpartijdigheid.
Wat dat betreft heb ik meer respect voor DENK en BIJ1, die hun jodenhaat tenminste niet onder stoelen of banken steken in hun publieke uitingen. Idem voor Extinction Rebellion, dat in de vernietiging van Israël kennelijk een stap voorwaarts ziet voor het klimaat.
Maar ik ben niet vóór Israël omdat ik tégen mediamoralisme ben. Ik ben voor Israël omdat in dat land - ondanks al z’n fouten, corrupte politici en debiele kolonistenbeleid van hardcore religekken - het leven gevierd wordt, terwijl in Gaza en vooral door Hamas bij leven het hiernamaals wordt verheerlijkt. Ik ben voor Israël omdat daar democratisch gedemonstreerd kan worden tegen dubieuze juridische hervormingen. In de Palestijnse gebieden won Hamas de verkiezingen, die prompt werden afgeschaft. Niet dat ze nodig zijn: een meerderheid der Gazanen steunt Hamas, hun eigen en enige onderdrukker. Het is een islamitische doodscult waar niet alleen joden voor moeten vrezen, maar waar getuige de vele onverholen antisemitische uitingen en demonstraties burgers in alle westerse landen waar moslims huizen in toenemende mate onder zuchten, en moeten vrezen voor hun vrijheden en liberale kernwaarden.
Boven alles steun ik Israël omdat ik opgevoed ben met Nie Wieder. En Nie Wieder is nu.”
Ik wilde dus ook eigenlijk helemaal geen stuk meer schrijven over dit conflict, of over hoe ik erin sta. Het lost niks op en levert alleen maar gezeik op. Ook heb ik geen zin om uit te moeten leggen dat het niet oké is dat de verkrachting van Israëlische vrouwen prima is, dat het niet oké is te zeggen dat “de joden” het aan zichzelf te wijten hebben, dat het opensnijden van zwangere vrouwen niet oké is en dat de bloeddorstige monumentenslopers en genocide-roepers in de straten van Europa weinig ophebben met mensenrechten; als je dat zelf niet beseft, is je moreel kompas namelijk behoorlijk op drift.
Maar eerst en vooral, nie wieder is nu.
(maar is een utopie)
Fragment uit Villa Gladiola, hoofdstuk 14
3 april, de avond na de vondst van Amélie
‘Stadsdichter Johan Maenhout, dames en heren!’
Hij is een opvallende verschijning, de stadsdichter van Nijmegen. De man heeft een witte baard, een volle bos wit haar en droevige groene ogen. Hij is vaak te vinden op de Waalkade, waar hij, als het weer het toelaat, van terras naar terras sjokt. Ook zit hij vaak, gewapend met een luxe Moleskine-notitieboekje en een zilverkleurige pen, op de trappen aan het eind van de kade. Starend over het water, voortdurend krabbelend in zijn boekje. Hij is een veelgevraagd spreker en dichter in Nijmegen en omstreken.
Maenhout heeft een bewogen leven achter de rug en is een waarachtig verteller. Soms is niet geheel duidelijk wanneer hij de waarheid spreekt of zijn dichterlijke vrijheid aanspreekt. Soms zijn zijn verhalen zo indrukwekkend, zo bizar, dat zelfs de niet-kritische toehoorder even achter zijn oren krabt. De stadsdichter heeft diverse romans op zijn naam staan, vele dichtbundels en ontelbare publicaties in Nederlandse en buitenlandse media. Hij is lange tijd oorlogsverslaggever geweest. Hij heeft de hel gezien en meegemaakt, en er een boek over geschreven. Het is een soort dagboek, waarin hij als ooggetuige fungeert. Onlangs verscheen er een kort fragment uit dat boek in De Gelderlander. Het gaat over een gebeurtenis in Tsjetsjenië, tijdens de Tweede Tsjetsjeense Oorlog, die eind jaren negentig uitbrak. Hij was daar als journalist op pad met Russische regeringssoldaten, op zoek naar Tsjetsjeense rebellen.
(…)
Er liggen drie jonge mannen met hun handen vastgebonden op hun rug. Hun hoofden tegen het muurtje dat het weiland van de stoffige weg scheidt. De soldaten pakken een van de jongens hardhandig op. De jongen begint met overslaande stem te gillen, hij begint tegen te stribbelen, hij smeekt om zijn leven, hij begint te huilen. Hij wordt over het muurtje gegooid en de soldaat die net achter het muurtje staat, slaat met de kolf van zijn geweer hard op het achterhoofd van de jongen. De dof krakende klap is verschrikkelijk. De jongen huilt nog steeds en praat zachtjes tegen een van de oudere soldaten. Hij kijkt in de verte en knikt. Een van de soldaten geeft hem als reactie een volle vuistslag in zijn gezicht.
De drie soldaten die op de weg staan, slaan het geheel lachend gade. Het zijn jonge jongens, hooguit twintig, ielige slungels met een vlasbaardje. Een totaal gevoel van machteloosheid overmant me, de gruwelijkheid en het besef van het gewetenloze folteren en moorden treft me als een mokerslag.
De jongen in het weiland wordt hardhandig aan zijn haren vastgepakt en een oudere officier begint met zijn lange botte mes de keel van de jongen door te snijden. Het hakerige geluid van het botte mes dat door huid, pezen, spieren en luchtwegen snijdt, is weerzinwekkend. De jongen gilt het uit tot zijn luchtpijp is doorgesneden en er niets dan lucht ontsnapt uit zijn lichaam. De ogen van de jongen draaien weg en zijn lichaam verslapt. De soldaat laat hem los en hij valt met zijn gezicht hard op de grond. De jongen ligt in een enorme plas bloed. Hij wordt aan zijn benen opgepakt en door het weiland naar een schuurtje gesleept, zijn gezicht stuiterend over de hobbels, bobbels en stenen in het weiland. Ik heb het ijskoud en mijn buik doet pijn. Mijn camera bungelt machteloos om mijn nek. Duizend-en-een vragen komen in me op, evenzoveel nietszeggende antwoorden stromen als kokend bloed door mijn aderen.
De twee andere jongens bij het muurtje krijgen binnen vijf eeuwigdurende minuten dezelfde behandeling als hun vriend.
(…)
Het fragment heeft nogal wat stof doen opwaaien. Veel mensen vonden het te sprekend, te confronterend voor een lokale krant. De stadsdichter haalde zijn schouders op toen hem door RTV Gelderland naar zijn reactie werd gevraagd.
‘Het is hypocriet als mensen hier boos om worden,’ zei hij. ‘Het is zoals het is, dit soort dingen gebeuren. Mensen kijken te gemakkelijk de andere kant op als ze onrecht en ellende zien.’
‘Maar is het nodig om zo expliciet een moordpartij te omschrijven?’ vroeg de verslaggever.
‘Nee, het is niet nodig. Het zijn mijn persoonlijke ervaringen en ik werd gevraagd een fragment uit te zoeken om in de krant te zetten. C’est ça. Maar de massale ontsnapping aan elk leed, behalve aan het eigen kleinburgerlijk leed, is een inmiddels decennia durende hype. Het is opvallend. Grappig bijna. Bij gebrek aan oorlog, armoede, politieke onderdrukking en andere vrijheid beperkende gebeurtenissen maken diverse generaties zich druk om prijzenoorlogen, doorgeslagen materialistisch gewin en de creatie van visuele schoonheid die in wezen optisch bedrog is.’
De stadsdichter hield zijn korte tirade op de hem kenmerkende wijze. Met een glimlach. De verslaggever wist niet wat te antwoorden en stopte abrupt het interview. De dichter gaf hem een hand en liep weg. Het eindshot van de reportage toonde de rug van de stadsdichter met op de achtergrond de Waalbrug. Hij liep de horizon tegemoet, zijn slechte rechterbeen als een zware last meetorsend.
Als je tot hier bent gekomen: chapeau! Volgende brainfart wordt die eerder aangekondige boekenbrainfart. Gewoon gezellig, zeg maar.
Liever met iDeal betalen? Dat kan! Klik hier, subscribe en krijg automatisch het jaarabonnement met 17% korting en ontvang als eerste (exclusieve) content.
Eenmalig doneren kan hier of met een directe overboeking naar NL70 BUNQ 2076 5623 89 t.n.v. Tjeerds Brainfarts onder vermelding van je mailadres. (en natuurlijk krijg je dan ook - tijdelijk naar rato - toegang tot betaalde content)
En eenmalig doneren via Stripe kan ook. Dan kan hier. (en natuurlijk krijg je dan ook - tijdelijk naar rato - toegang tot betaalde content)
🙏
Wie kan er nog slapen, durft op te staan? Het leven leven voelt nu als dansen op een vulkaan.