O mon cherry, je was de kers op de tarte au myrtille. Het toefje slagroom naast de ijzersterke espresso, de gesmolten reblouchon door de scrummbled œufs.
Met een welhaast dierlijke tederheid ontving je me. Je overviel me met je natuurlijke, verfijnde pracht en je rauwe rand. Als een vrouwenhuid zo zacht, maar met de gespierde hardheid van een turner en de souplesse van een balletdanseres.
Binnen de gebaande paden bleek je petit, daarbuiten een grootsheid. Je grenzen had je subtiel aangegeven, maar je daagde me uit om over die grenzen heen te gaan. Jij ondeugd.
Je machtige boezem voelde als een donsveren kussen, het afdalen in je decolleté was een orgastisch genoegen waar geen einde aan leek te komen.
Het vluchtig glijden langs de randen van je blanke dijen, bracht een euforisch genoegen, tintelingen door mijn hele lichaam en een welhaast meditatieve geestestoestand.
Zelden heb ik zo een verfrissende odeur mogen ervaren, zulk een sublieme smaken mogen proeven, je was een weldadige prikkeling van al mijn zintuigen.
Je naam is pure poëzie, het prononceren klinkt als een meesterlijke prelude van Bach. Jou beminnen was een hemelse coïtus, o Bonneval sur Arc.