Lief dagboek...
Vandaag sluiten we de kommer en kwel periode af. Het is voorbij, het is genoeg.
De eerste stappen waren al gezet door dat vermaledijde Twitter weg te doen, van Facebook af te gaan, weer een bijbaantje te nemen en meer van zulks, maar vandaag zetten we er ook echt een streep onder.
De druppel? Het moment dat ik per ongeluk het bakje met kattenvoer door de keuken trapte en een moment later – ik zal de komende scène enigszins gekuist verhalen voor hen die beelddenkers zijn alsook een gevoelige maag hebben - bij het opkuisen van de derrière na het excrementeren met den vinger door de toiletpaperassen brak en aldoende wenend met kattenvoer op mijn voeten, feces aan de tengel en een algeheel gevoel van malaise de treurige stand van mijn leven overzag.
Mijn auto is kapot.
Mijn telefoon is kapot.
Mijn wildcamera is kapot.
Mijn fotocamera is kapot.
Mijn bankrekening is kapot.
Mijn bedrijf is kapot.
Mijn sociale leven is kapot.
Mijn vrolijkheid is kapot.
Mijn sexdrive is kapot.
Mijn sportleven is kapot.
Mijn discipline is kapot.
Mijn concentratievermogen is kapot.
Mijn lichaam is kapot.
Mijn hoofd is kapot.
Mijn levenslust is kapot.
Mijn leven is kapot.
Desondanks sta ik nog altijd als een optimistische realist in het leven. Heb ik dromen en ambities, streef ik een mooi leven na – en ondanks dat het al wat langere tijd hapert, ik hèb een fantastisch leven. Kijk maar op Instagram.
En of het toeval is of niet, ik kwam bij het opschonen van mijn harde schijf de columns tegen die ik schreef voor het Rotterdamse Straatmagazine. Een blik terug in de tijd, maar nog net zo actueel als toen.
Het zijn van die momenten dat je denkt dat het niet erger kan (het kan altijd erger), maar waarop je ook beseft ‘the only way is up’ en tuurlijk, als je weer up bent gegaan kun je ook weer op je muil gaan, maar ook dan is dus die only way weer up want het leven is op je muil gaan en weer opstaan.
Nu zeg ik dat al een hele tijd, vooral om mezelf enigszins op te kalefateren en wat moed in te praten, maar ik ben er zo klaar mee, dat gehannes en dat geploeter. Dus, the only way is up. Muil weer in de plooi en voorwaarts!
We sluiten de afgelopen periode dan nu ook echt af. Met het herpubliceren van die oude maar actuele columns.
En dan binnen nu en een half jaar is mijn auto niet meer kapot, mijn telefoon niet meer kapot, mijn wildcamera niet meer kapot, mijn fotocamera niet meer kapot, mijn bankrekening niet meer kapot, mijn bedrijf niet meer kapot, mijn sociale leven niet meer kapot, mijn vrolijkheid niet meer kapot, mijn sexdrive niet meer kapot, mijn sportleven niet meer kapot, mijn discipline niet meer kapot, mijn concentratievermogen niet meer kapot, mijn lichaam niet meer kapot, mijn hoofd niet meer kapot, mijn levenslust niet meer kapot, mijn leven niet meer kapot, maar ben ik weer dat onbevangen, wispelturige blije ei die vanuit zijn eigen huis weer tevreden de wereld om hem heen beziet.
Deal? Deal.
Happy Hobo (2016/2017)
Column 1
‘Ik zeg de huur van mijn huis op.’
‘Wat, waarom? Waar ga je wonen dan?’
‘Dat zie ik nog wel. Ik ga in ieder geval kamperen.’
‘Ga je op de stadscamping staan?’
Mijn vader lijkt er geen reet van te snappen. Waarom zou zijn 36-jarige zoon zijn prachtige Rotterdamse loft opzeggen? Tsja.
De laatste twee maanden kan ik de huur niet meer betalen. En ik wil een enorme achterstand en grotere problemen voorkomen. Bovendien, ik ben freelancer. Geef me wifi en ik kan werken.
Terwijl iedereen om mij heen begint aan een volgende zwangerschap, een tweede koophuis en een grotere leasebak, heb ik begin dit jaar mijn tweede thriller ‘Eeuwig Donker’ na wat strubbelingen met mijn uitgever, zélf uitgegeven. Al mijn geld is daar ingegaan. Al mijn tijd is daar ingegaan. Al mijn betaalde schrijfwerk heb ik tot een absoluut nulpunt teruggebracht. Álles voor het boek.
Nu is dat boek daar. De recensies zijn geweldig. De reacties zijn lovend. De verkoop via bol.com en mijn eigen site gaan redelijk. Maar de grote doorbraak blijft uit.
Dat ik ooit op een punt zou komen dat ik vanwege mijn werk en het najagen van mijn dromen, hoe cliché ook, op straat zou komen te staan verbaast me niet. Het nomadenbestaan heeft me altijd al getrokken. Maar dat bepaalde omstandigheden zo'n besluit zo snel bespoedigen verbaast me dan weer wel. Het voelt als een verhaal uit het boek van Sander de Kramer “Van miljonair tot krantenjongen”, alleen is het nu mijn verhaal.
Op de stadscamping ga ik niet staan. Wel ga ik helemaal back to basic. Met wat mijn boek op dit moment opbrengt en met de schrijfopdrachten die inmiddels weer naar mij toekomen, kan ik mijn natje en mijn droogje betalen. Van de nood een deugd maken. Leven als een miljonair, maar zonder een euro op de bank.
Ik word een happy hobo, een rondreizende, dakloze schrijver.
Column 2
Inmiddels is mijn huurachterstand opgelopen tot drie maanden. Gelukkig heb ik goed contact met de huiseigenaar en ben ik volkomen eerlijk over mijn situatie. Op de vraag of ik mijn huis tijdelijk mag onderverhuren krijg ik een positief antwoord, waarop ik een advertentie plaats.
Wanneer de eerste reacties binnenkomen, schrik ik. Het wordt nu echt. Er komen mensen kijken naar míjn huis. De plek waar ík woon. Waar ik me thuis voel. Mijn eerste huis nadat mijn toenmalige vriendin en ik uit elkaar gingen. Een plek voor mij alleen, waar ik dans, drink, slaap, huil, seks heb en het grootste gedeelte van Eeuwig Donker schreef. Dat vermaledijde boek...
En net wanneer ik denk dat ik het huis niet verhuurd ga krijgen en het definitief op moet zeggen, komt daar het ‘Grote Toeval’ uit de lucht vallen. Viavia kijg ik een berichtje dat een jong stel met spoed vervangende woonruimte zoekt omdat hun huis onbewoonbaar is verklaard na een brand… Facebookberichtje, belletje, afspraak, deal. Zij de komende maanden onderdak, ik de komende maanden dakloos!
Holy crap! Het is nu echt! Ik heb exact nog vijf dagen om de hoognodige spullen te pakken en mijn huis te verlaten! Ik laveer tussen euforie van wat een spannend avontuur dit gaat worden, naar weemoedigheid omdat het een keuze is die ik noodgedwongen maak. Die tegenstrijdigheid van ‘vrijwillig gedwongen door de situatie’ spookt dan ook continu door mijn hoofd.
De twee dagen die volgen hang ik lamgeslagen op de bank. Ik kijk rond, neem elk stuk van dit fijne huis in me op. Hang de sentimentele zak uit en hecht opeens waarde aan een paar stukken beton, wat pleisterwerk en een Ikeabed. Ik besef nu het wezenlijke verschil tussen een huis en een thuis. Een huis, een onderkomen zal ik wel vinden.
Bij de overdracht leg ik uit hoe de wasmachine werkt en wijs ze waar alles ligt. En dan… sleutels inleveren, en de deur achter me dicht trekken. Letterlijk. Ik stap de drempel over naar buiten, een nieuw leven tegemoet.
Column 3
De drempel over, de straat op. Het voelt onwerkelijk om twee vreemde mensen in mijn huis achter te laten. Waar ze mijn spullen gaan gebruiken, mijn bed, mijn bestek, mijn bad. Er is alleen een belangrijke nuance, er is geen ‘mijn’ meer. Het is hun huis nu.
Ik stap “mijn” auto in - overgenomen van vrienden, ik moet ‘m nog betalen - en staar wezenloos voor me uit. De banken liggen plat en ik kijk naar de spullen die ik heb meegenomen. Een tent, een mes, vork en lepel. Een slaapzak en een matje. Nog wat eten en een gasstel.
Mijn eerste stop op weg naar het grote niets zal zijn een natuurcamping in Zeeland. Dat kost 5 euro per nacht om je tentje op te zetten en de omgeving is er prachtig. Ik bombardeer me nu officieel tot Happy Hobo en neem me voor er het beste van te maken.
De eerste nacht in mijn tent ervaar ik het ook werkelijk als een groot avontuur. Weg comfortzone, weg vastigheden, hello nature en hello world die helemaal voor me openligt. Maar gedurende de dagen neemt de somberheid toe. Ondanks de mooie omgeving. Ik voel me ontheemd. Het besef dat ik echt geen huis meer heb en afhankelijk ben van mijn eigen inventiviteit, mijn vrienden en andere goedertierenheid slaat in als een bom.
Ik wil gewoon naar huis. Kamperen moet leuk zijn, reizen moet ook leuk zijn. De nood is bij lange na geen deugd. Het ellendige herfstweer is ook geen pretje. Tot overmaat van ramp gaat ook mijn luchtmatje nog eens lek. Wat een treurigheid. Wat een sneue bedoening.
Op het strand maak ik een selfie. Lachend. Want op social media ben ik natuurlijk hartstikke leuk en gezellig en avontuurlijk. Ondertussen staat het huilen me nader dan het lachen. De Happy Hobo is een verdrietige, licht radeloze zwerver met heimwee naar zijn huis en geen idee waar te beginnen.
Column 4
Time flies when you having fun. En zelfs als je geen fun hebt, tikt de tijd gewoon door. Met eenzelfde snelheid als altijd. Toch verbaast het me dat ik inmiddels al ruim 6 weken (t)huisloos ben. Het gaat me redelijk af, al loop ik nog steeds een beetje met mijn ziel onder mijn arm.
Keep reading with a 7-day free trial
Subscribe to Tjeerds Brainfarts to keep reading this post and get 7 days of free access to the full post archives.