Donderdag Brainfartdag! Elke donderdag lees je hier een verse brainfart. Met vandaag: een flashback naar 15 jaar geleden.
In 2009 was ik met oorlogsfotografe Marielle van Uitert in Israël en de Palestijnse gebieden tijdens Operatie Cast Lead, een lucht- en later grondoffensief in de Gazastrook. Toen we hoorden dat alle grensovergangen van de Westelijke Jordaanoever dicht zouden gaan, zijn we halsoverkop die kant opgegaan en lieten we ons semi-vrijwillig opsluiten.
We deden o.a. Hebron aan en het artikel dat ik schreef voor een landelijke courant, leest u hieronder. Oud werk, tóch relevant en in alle geweld qua informatievoorziening omtrent het huidige conflict aldaar, gewoon een stukje historische contemplatie in de vorm van een human interest artikel.
Want, ik ben enorm #TeamIsrael.
Dat laat onverlet dat ik het leed van de Palestijnse burger ook zie. Toen al. En ook nu nog.
“Ik leef in een kooi.”
Hebron, het regent en de straten zijn verlaten. De hekwerken die boven de lege voormalige bazaar hangen zijn bezaaid met stenen en troep. Het geeft een desolate indruk.
De oude stad wordt bevolkt door een kleine 500 joodse kolonisten tegenover meer dan 120.000 Palestijnen en is een broedplaats van geweld en spanningen. De Israëliërs hebben de stad onder controle en drukken een zwaar stempel op het dagelijkse leven. Vanaf Suqal Shaab vertrek ik naar de verzamelplaats voor taxi’s in Bethlehem. In de bus naar Bethlehem spreek ik Chris. Een Britse jongen die al geruime tijd in Bethlehem woont en met een Palestijnse is getrouwd.
‘Wanneer je Hebron hebt gezien heb je alles gezien,’ verteld hij.
‘Gaza is altijd erg in the picture vanwege de hevige geweldsexplosies en raketten die worden afgeschoten. Maar in het dagelijkse leven hebben de ‘Gazanen’ niet direct iets te maken met de joden. In Hebron is de situatie veel erger, veel schrijnender. Elke dag worden de Palestijnen in Hebron geconfronteerd met de pesterijen en gewelddadigheden van de joden, zowel van kolonisten als militairen. Ik kom liever niet meer in Hebron.’
Hebron bij binnenkomst
Het is mistig, nat en grauw en door de mist kan ik niet verder kijken dan een meter of 10. Bij een druk kruispunt sla ik linksaf richting het oude centrum. Op de daken zie ik veel Israëlische militairen. Wanneer ik het oude gedeelte inloop word ik aangesproken door een dunne jongen die vale sjaaltjes verkoopt. Ik zeg hem dat ik niet geïnteresseerd ben in zijn sjaaltjes, maar dat ik meer wil zien en horen over de situatie in Hebron. Hij zegt dat hij wel wat kan proberen te regelen en zo geschiedt. Hij neemt mij mee naar een afgelegen straatje waar de doorgang naar de oude levensader van Hebron , de Noord-Zuidweg, is versperd. Betonblokken, prikkeldraad en een hoog hekwerk zorgen ervoor dat de Palestijnen hier niet op de weg kunnen komen.
Na enig onderhandelen worden we het huis van Zliga binnengelaten. Een vrouw van rond de 50 die vrijwel op de blokkade woont, recht boven de Noord-Zuidweg. Ze neemt ons mee het dak op vanwaar we een beter zicht hebben op de omgeving. Aan de andere kant van haar straat, hemelsbreed nog geen 5 meter verder, staan de huizen van Zliga’s oude buren er treurig en verlaten bij. Het gehele blok is geconfisqueerd door het Israëlische leger. Gordijntjes wapperen door de kapotte ramen naar buiten, deuren zijn hermetisch dichtgetimmerd, op de daken hangen camouflagenetten en een joodse vlag wappert vrolijk in de wind. Aan de andere kant van het blok op de Noord-Zuidweg, rijden militaire voertuigen voorbij.
We gaan via het binnenplaatsje Zliga´s huis binnen en van daaruit gaan we het balkon op dat aan de Noord-Zuidweg ligt. Het is een lang balkon met uitzicht op de islamitische begraafplaats. Juist als wij op het balkon staan zien we een kleine meute Palestijnse kinderen met hun moeders moeizaam klauteren. Over muurtjes, de graven over en helemaal buitenom de begraafplaats. Het zijn de weinige Palestijnen die nog in het grootste joodse settlement van Hebron wonen.
‘Het dagelijkse leven is een hel voor deze mensen. Niet alleen mogen de kinderen en hun moeders niet over de normale weg lopen. Ook worden ze continu bespuugd, uitgescholden of fysiek mishandeld. De kolonisten terroriseren de Palestijnen,’ aldus Zliga.
Het balkon van Zliga is omheind met een ijzeren rooster. De Palestijnse Autoriteit heeft dit hekwerk op haar verzoek geplaatst. Geregeld wordt zij door kolonisten bekogeld met stenen. Ook is het gebeurd dat er kolonisten het balkon opklommen en de ruiten insloegen. Het hekwerk houdt stenen tegen en klimmers van het balkon.
‘Niet alleen kinderen gooien stenen. Volwassen vrouwen, mannen, maar ook militairen bekogelen ons. Het hekwerk beschermt mij en mijn gezin enigszins. Maar toch, ik leef in een kooi.’
Op het binnenplaatsje heeft Zliga een muurtje gemetseld waarin een diversiteit aan stenen is aangebracht. De stenen vormen het Arabische woord voor vrede. Zliga voegt er aan toe dat ze de stenen die ze naar hoofd krijgt gesmeten ziet als symbolische cadeautjes van de kolonisten.
‘Als presentje dat wij zulke goede buren zijn,’ zegt ze met een glimlach.
Zliga is inmiddels aan een tweede muurtje begonnen.
Nog meer gezelligheid en nuance: morgen hebben Ebru en ik het over Sywert!
Automatisch kiezen voor het jaarabonnement met 17% korting en als eerste (exclusieve) content ontvangen? Simpel, kik op onderstaande button, vul je gegevens in en je bent erbij. Voilà!
Liever een losse donatie doen? Dat kan!
Een zelfgekozen bedrag als losse donatie doen kan hier, met een directe overboeking naar NL70 BUNQ 2076 5623 89 t.n.v. Tjeerds Brainfarts onder vermelding van je mailadres of door op het BUNQ-logo te klikken. Natuurlijk krijg je bij een losse donatie ook - tijdelijk naar rato - toegang tot betaalde content.
Los doneren via PayPal of Stripe is ook mogelijk. (NB.: PayPal leidt je naar een donatiepagina op naam van mijn uitgeverij, Jalapeño Books)